Récital Chanson Française in het hol van de leeuw?
“Willen jullie onze ‘ronde’ verjaardagen komen opluisteren met Franse chansons?” Het mailtje is van een Vlaams echtpaar woonachtig ten zuiden van Antwerpen. Er volgt een telefoongesprek waarin afspraken gemaakt worden voor een huisconcert en waar ons vriendelijk doch beslist verzocht wordt vooral niet ‘Tous les garçons…’ en ‘La ballade des gens heureux’ aan te heffen. Wat bleek? De gastvrouw is lerares Frans en heeft deze chansons grijs gedraaid voor haar leerlingen. Gelukkig doet het ons niet zeer om van deze chansons af te zien… Verder krijgen we carte blanche om een stemmig programma Franse chansons samen te stellen rond het thema van de voortschrijdende jaren. “En, oh ja, kunnen jullie ook een paar meezing-chansons doen?”
Zo raakten pianist Tim en ik op een herfstavond verzeild in België. Onder de gasten bevonden zich diverse connaisseurs, collega’s van de gastvrouw maar ook anderen die het Frans met de paplepel ingegoten hadden gekregen. Wellicht zouden zij gespitst zijn op Hollandse scheve schaatsen? De woonkamer was omgetoverd tot een Café de Paris, de gasten werden ontvangen met een glas champagne en na het concert wachtte een aansprekend buffet Vins – Fromages – Desserts. Wat een liefde voor het Frans en haar chansons in hartje Vlaanderen! En dan ook nog de welwillendheid om twee noorderburen uit te nodigen om hen de poëtische creaties van de zuiderburen te laten vertolken!
Buiten regende het inmiddels pijpenstelen, binnen klonken de eerste klanken, Tim opende het concert met ongepolijste klanken uit zijn melodica. Wat er volgde is in mijn herinnering een soort droom. De betovering van een concert is niet iets wat je ‘maakt’, je maakt het mee, als publiek én als artiest. Betovering is iets wat gebeurt, wat over je heen komt als er harten open zijn. Als verbeelding gedeeld wordt. Verbeelding die bij iedereen door uiterst individuele ervaringen gevoed wordt. Het chanson neemt het individuele op in een universeel weefpatroon. Juist door het hoogstpersoonlijke op te diepen, doet het chanson onze ik-grenzen even smelten. Valt er aan deze religieuze connotaties te ontkomen als er ook nog, als ware het een gedeeld credo, samen gezongen wordt: ‘Quand on a que l’amour…’?
Van onze zuiderburen kregen we de volgende reactie:
Beste Ronald en Tim,
Hopelijk zijn jullie veilig terug geraakt in het helse regenweer.
Heel hartelijk bedankt voor de fantastische voorstelling van gisteren!
Het was gevarieerd, mooi in balans en prachtig gebracht. Vandaag regende het sms-jes binnen met enthousiaste reacties.
Voor de meeste gasten was het een herontdekking maar jullie hebben zeker ook een paar nieuwe harten veroverd voor deze Franse chansons.
We waren aangenaam verrast dat jullie zoveel van onze suggesties hadden overgenomen. Ons speciale verzoekje, ‘La Place des Grands hommes’ (Patrick Bruel) was uitstekend gezongen. Jullie nummers van Jacques Brel zijn gewoonweg perfect en met doorleefd gevoel gebracht.
Ook de variatie van instrumenten is een leuk aspect van jullie performance. Als we in punten zouden moeten beoordelen geven we 10 op 10. We zouden niet weten wat jullie nog kunnen verbeteren. Het was precies waar we van droomden.
We maken zeker publiciteit voor jullie en wensen jullie nog heel veel mooie voorstellingen!